Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Noodwet Arbeidsvoorziening

 

Artikel 27
1
Te rekenen van de dag, waarop een voor arbeid in loondienst opgeroepen burgerdienstplichtige aan zijn verschijningsplicht overeenkomstig artikel 25, eerste of derde lid, heeft voldaan, bestaat tussen hem en degene, in wiens dienst de arbeid moet worden verricht, een rechtsbetrekking, die voor de toepassing van wettelijke voorschriften geacht wordt een rechtsbetrekking uit arbeidsovereenkomst te zijn.
2
De inhoud van de rechtsbetrekking is zoveel mogelijk gelijk aan de wettelijk geoorloofde inhoud van rechtsbetrekkingen uit arbeidsovereenkomsten voor soortgelijke arbeid bij de betrokken onderneming of instelling of, bij ontbreken van zodanige arbeidsovereenkomsten, aan de wettelijk geoorloofde inhoud van rechtsbetrekkingen uit arbeidsovereenkomsten voor soortgelijke arbeid bij vergelijkbare ondernemingen of instellingen. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen daaromtrent nadere regelen worden gesteld. Partijen bij de rechtsbetrekking zijn bevoegd gezamenlijk haar inhoud nader vast te stellen. Op verzoek van de meest gerede partij geschiedt de nadere vaststelling door het Hoofd Arbeidsvoorziening.
3
De rechtsbetrekking kan door partijen niet worden beƫindigd. Zij neemt van rechtswege een einde, zodra artikel 31, eerste lid, ten aanzien van de burgerdienstplichtige is toegepast of de betrokkene heeft opgehouden burgerdienstplichtig te zijn.
4
Regelen, gesteld krachtens een algemene maatregel van bestuur op grond van het tweede lid, worden ter openbare kennis gebracht.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •